Amendement door raadslid Luc De Ridder voor samen1745
Voorstel om geen belasting meer te laten betalen op onbebouwde percelen in woongebied met landelijk karakter
Beknopte samenvatting:
Dit voorstel beoogt een amendement op agendapunt nr. 20 (2025_GR_00224) van de gemeenteraad van 11 december 2025 “Belastingen op niet bebouwde gronden gelegen in gebieden bestemd voor wonen, volgens het plannenregister en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust, voor de dienstjaren 2026 tot en mee 2031”. De voorgestelde aanpassing bestaat erin geen belasting meer te heffen op onbebouwde percelen buiten de dorpskernen, zodat er geen stimulans gegeven wordt om die versneld te bebouwen. Meer bepaald willen we van belasting vrijstellen: de onbebouwde percelen in de landelijke woongebieden (‘woongebied met landelijk karakter’), tenzij het percelen betreft die deel uitmaken van een vergunde, niet-vervallen verkaveling.
Aanleiding en context:
Op de gemeenteraad van 11 december 2025 staat een belastingreglement geagendeerd voor de periode 2026 t.e.m. 2031 dat voorziet in het verder heffen van belasting op niet bebouwde percelen in gebieden bestemd voor wonen, ongeacht om het gaat op percelen die gelegen zijn in of langs de kernen, dan wel om percelen in het landelijk buitengebied van de gemeente. Op die wijze wordt ook het versneld bebouwen van percelen in landelijk woongebied aangemoedigd. Dat is niet wenselijk. Er wordt reeds gestreefd naar kernverdichting. Dat moet zoveel mogelijk gepaard gaan met minder bouwen buiten de kernen.
De gevraagde bijstelling van het geagendeerde belastingreglement sluit aan bij het Meerjarenplan 2026-2031 van de gemeente, waar dit plan onder Prioritaire beleidsdoelstelling 4 ‘Sterk ruimtebeleid’ bij Prioritair Actieplan 18 stelt dat het dorpse karakter en de landelijkheid hun plaats moeten behouden naast versterkte kerngebieden.
De bijstelling past eveneens in de strategische visie die de Vlaamse Regering (bevestigd in de op 14 juli 2025 door de Vlaamse Regering goedgekeurde conceptnota voor Beleidsplan Ruimte Vlaanderen) om tegen 2040 de inname van extra ruimte te doen dalen tot nul.
Argumentatie:
We wensen de open ruimte buiten onze dorpskernen zoveel mogelijk open te houden. Dan past het om oude maatregelen die hier ten dele haaks op staan, aan te passen. Eén van die maatregelen is voormelde gemeentebelasting op onbebouwde percelen. Met deze belasting geeft de gemeente als duidelijke boodschap dat het aangewezen is deze percelen sneller te bebouwen of te verkopen aan bouwlustigen. Ze houdt daarbij geen rekening met de ligging van het perceel in kwestie. Het belastingreglement is, inzoverre het ook onbebouwde percelen in het landelijk woongebied belast, contraproductief, toch wanneer men een bouwshift wil realiseren en onze resterende open ruimte zo goed mogelijk wil beschermen.
Het is daarom aangewezen het landelijk woongebied (‘woongebied met landelijk karakter’) uit het toepassingsbied van het belastingreglement te schrappen. Ook ‘woongebied met landelijk karakter’ valt immers onder de noemer ‘gebieden bestemd voor wonen’, zoals vermeld in artikel 1 van het belastingreglement. Tot het woongebied met landelijk karakter behoren de landelijke gehuchten en de zones van lintbebouwing. In sommige delen ervan is bebouwing aanvaardbaar, maar zonder dat we het daarom nog langer willen stimuleren. In andere delen van het woongebied met landelijk karakter zou verdere bebouwing een spijtige zaak zijn, onder andere omdat de verdere versnippering van het landschap ermee wordt doorgezet. Daar willen we dit via het belastingreglement al zeker niet verder aanmoedigen! Een groot deel van de hoofdgemeente Opwijk is gelegen in effectief woongebied, d.w.z. in woongebied in de strikte zin, wat in ons voorstel verder blijft vallen onder het belastingreglement.
Het voorgaande sluit ook aan bij de vaststellingen die gedaan zijn in de voor Opwijk uitgevoerde Bouwmeesterscan. Daarin kan men o.m. lezen:
“Op basis van data van provincie Vlaams-Brabant kan gesteld worden dat de gemeente Opwijk een grote hoeveelheid onbebouwde percelen heeft die potentieel wel bebouwd kunnen worden. Opvallend is dat veel van deze percelen gelegen zijn buiten het ‘woongebied’, zo aangeduid volgens het Gewestplan. Wanneer deze percelen bebouwd raken, zal de bebouwingsstructuur van de gemeente nog diffuser worden. Een groot deel ligt verspreid langs de steenwegen N47 en N211 met een lichte concentratie in de deelkernen.”
En dit terwijl in de bewoordingen van de Bouwmeesterscan Opwijk nu reeds een “zeer gefragmenteerd landschap als gevolg van een doorgedreven versnipperde bebouwingsstructuur (kent)”.
Waar onbebouwde percelen in landelijk woongebied deel uitmaken van een vergunde, niet-vervallen verkaveling, blijven ze wel belast worden en dit via het “belastingreglement op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen”. Daar hebben we geen probleem mee want dat is consistent met de verleende verkavelingsvergunning.
Besluit/voorstel voor beslissing:
Voorgesteld wordt een uitzondering toe te voegen aan artikel 1 van het geagendeerde belastingreglement “Belastingen op niet bebouwde gronden gelegen in gebieden bestemd voor wonen, volgens het plannenregister en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust, voor de dienstjaren 2026 tot en mee 2031”. Hiertoe wordt tussen het eerste en huidig tweede lid van artikel 1 het volgende lid gevoegd:
“Van de in het eerste lid vermelde belasting worden uitgesloten de onbebouwde percelen gelegen in woongebied met landelijk karakter volgens de geldende gewestplanbestemming of een daarmee overeenkomstige bestemming in het geldende ruimtelijk uitvoeringsplan.”
Luc De Ridder
Voor samen1745
De gemeenteraad keurde bovenstaand amendement niet goed. U vraagt zich ongetwijfeld af waarom?
Lees de motivatie in onderstaand persartikel: